Station Nunspeet

img

Belangrijke rol tijdens WOI

Dit was het station dat de Belgische vluchtelingen zagen wanneer zij in Nunspeet aankwamen. Zodra het vluchtoord Nunspeet klaar was kwamen vrouwen, kinderen en ouderen vanuit de legerplaats Oldebroek met de trein naar Nunspeet. Voor bezoek vanuit Nunspeet aan de geïnterneerden in Harderwijk of Oldebroek werd later ook gebruik gemaakt van de trein. Ook kwamen gezelschappen van buiten het vluchtoord voorstellingen geven. De trein was tevens belangrijk voor de groei van Nunspeet. De aansluiting op het spoorwegnet in 1863 was na de aanleg van de Zuiderzeestraatweg in 1830 een grote verbetering voor de bereikbaarheid van het dorp.

22 vluchtoorden

De vele Belgen, zowel burger als militairen ontvluchtten hun land vanwege het oprukkende Duitse oorlogsgeweld. Luik werd platgebombardeerd met zware kanonnen, de Dikke Bertha’s, en werd op 14 augustus 1914 ingenomen. De Duitsers ontzagen in hun strijd ook de burgerbevolking niet. Dorpen en steden werden in brand gestoken, Belgische burgers werden massaal vermoord. De Belgen vluchtten daarom met duizenden de Nederlandse grens over naar het veilige Limburg.

Op 28 september 1914 startte de Duitse aanval op Antwerpen waar het Belgische leger zich had teruggetrokken. Na enkele dagen van hevige bombardementen viel ook Antwerpen. Een groot deel van de bevolking maar ook van het Belgische leger vluchtte de grens met Nederland over. In twee maanden tijd werd Nederland overspoeld met bijna een miljoen Belgische vluchtelingen.

De eerste duizenden vluchtelingen uit de regio rond Luik werden in de grensstreek opgevangen door particuliere comités. De eerste opvang was bij mensen thuis en later ook in kerken, fabrieken en scholen. Spoedig nam de vluchtelingenstroom uit België toe tot vele tienduizenden per dag.

Er was plaats te kort bij particulieren. De overheid moest bijspringen. In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken werden van Zeeland en Brabant in het zuiden tot Friesland en Groningen in het noorden 22 vluchtoorden opgericht die bestonden uit tenten of houten barakken. Er werd onderscheid gemaakt tussen vluchtoorden voor burgers en militairen. Militairen werden geïnterneerd zodat de Nederlandse neutraliteit gegarandeerd bleef. Alleen de burgervluchtelingen die niet voldoende in hun eigen onderhoud konden voorzien en daardoor zelf geen woning konden vinden, werden naar vluchtoorden gebracht.

img
img

Vrouwen en kinderen met de trein

De burgemeester van de gemeente Ermelo, waar ook Nunspeet op dat moment onder valt, bood ‘onafzienbare heidevlakten’ aan die ruimte bood voor een ‘onnoemelijk aantal personen’. Op de heidevlakten van Nunspeet werd dus het eerste Rijksvluchtoord gebouwd dat bestond uit houten barakken. Zodra het klaar was, verhuisden de Belgische burgers, die tot die tijd in de legerplaats Oldebroek verbleven, hiernaartoe. De mannen liepen over de hei. Vrouwen, kinderen en ouderen gingen met de trein naar Nunspeet. Er was capaciteit voor 13.000 mensen maar uiteindelijk kwamen er totaal 6529 vluchtelingen terecht. In Oldebroek en in Harderwijk werden duizenden militairen in twee interneringskampen ondergebracht. Ze kwamen allemaal per trein.

Vertier per trein en terugreis

De vluchtelingen hebben echter beperkte bewegingsvrijheid. In het vluchtoord moest je eerst toestemming hebben om het terrein te verlaten: Alleen met een verlofpas mochten ze een bepaalde tijd weg. Toch was er naast werk en school wel tijd voor verschillende vormen van vermaak. Jongeren gingen bijvoorbeeld naar Harderwijk of Oldebroek om daar de geïnterneerden een bezoek te brengen en gymnastiekoptredens te geven. Een deel van hen ging er lopend heen maar een aantal ook met de trein. Regelmatig vonden er verkopingen plaats van door de Belgen gemaakte producten. In het vluchtoord stond een theatergebouw Tivoli waar toneelstukken werden opgevoerd. Veel optredens werden door de eigen toneel-, muziek, en zangvereniging gegeven. Maar er kwamen ook gezelschappen van buiten het vluchtoord voorstellingen geven. De wapenstilstand 11 november 1918 had snel gevolgen voor het vluchtoord. Veel vluchtelingen konden niet wachten om terug naar hun huis in België te gaan. In januari en februari werden zij met speciale treinen naar België vervoerd soms via Uden waar ook een vluchtoord was. Met hun persoonlijke spullen liepen ze via de Eperweg naar het station Nunspeet waar de trein klaar stond. De zieken bleven samen met het verplegend personeel nog achter, om later als laatste groep terug te gaan naar België. Uiterlijk 15 juni 1919 moesten alle vluchtoorden in Nederland leeg zijn. De informatie en beelden op deze pagina zijn afkomstig van het Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe, met dank aan Ad Sulman en Els van Nieuwenhuijzen. Op de foto’s hieronder zie je de ingang van vluchtoord Nunspeet, het gezelschap Louis Bouwmeester op station Nunspeet in 1917 , geïnterneerden op Station Oldebroek/Elburg/’t Harde

 

img