Het leven in Nunspeet: Van vroeger naar vandaag
Van oorsprong agrarische gemeenschap
De gemeente Nunspeet is van oudsher een agrarische gemeenschap. Tot begin 19e eeuw is er sprake van een doorgaans goede balans tussen de opbrengst van de grond en het aantal inwoners. De voortgang in de medische wetenschap zorgde voor een lager sterftecijfer. Vooral onder jonge kinderen. Dit leidde tot stijging van het bevolkingsaantal en een forse toename van het aantal beschikbare arbeidskrachten. Dit had echter een negatieve invloed op het loonniveau en het armoedepercentage. Deze situatie maakte dat veel jongeren tijdelijk wegtrokken naar andere gebieden. Bijvoorbeeld naar het Westen of naar Drenthe. De werkloosheid nam hier echter niet door af.
Bestrijden van werkeloosheid
Bestrijden van de werkeloosheid werd van steeds groter belang. In Nunspeet werden een katoenfabriek en katoenververij opgericht. En ook de gemeentelijke bebossingsprojecten hielpen werkelozen aan werk. Ook vertrokken veel gezinnen naar Amerika, op zoek naar een betere toekomst. Ook in de woningbouw konden velen aan de slag, want door de stijging van het bevolkingsaantal nam de vraag naar huizen toe. Zo steeg tussen 1832 en 1860 het aantal woningen in de gemeente van een kleine driehonderd naar meer dan vijfhonderd. De meeste nieuwe woningen waren voor zogenaamde dagloners.
Wegenbouw en spoorwegaansluiting
Nunspeet werd door de aanleg van de Zuiderzeestraatweg uit het isolement gehaald. Een lange verbindingsweg door de dorpskern. De bereikbaarheid en mobiliteit van de inwoners werd hierdoor bevorderd. Dit gold ook voor de aansluiting op het spoorwegnet voor Nunspeet en Hulshorst in 1863. De verharding van de wegen richting Elspeet en Vierhouten had een vergelijkbaar positief effect op de plaatselijke economie van deze dorpen.
Toerisme en nieuwe nunspetenaren
De betere bereikbaarheid én de prachtige natuur maken dat de gemeente steeds meer in trek komt bij toeristen. Vooral de mensen uit de grote, en steeds viezer wordende, steden zien het leven op het platteland als idyllisch. Zo komt een gemêleerd gezelschap uit vele delen van het land naar onze gemeente: toeristen, tijdelijke bewoners met buitenhuizen, nieuwe permanente welgestelde inwoners en ook veel kunstenaars. Onder hen bekende schilders zoals Arthur Briët en Edzard Koning. Zo ontstond ook een nieuwe vorm van werkgelegenheid. Pensions, kampeerterreinen, vakantiekolonies, horeca en complete villawijken verrezen uit de grond.
Industriële ontwikkeling
Na de katoenfabriek kwamen nog meer grote bedrijven, die zorgden voor verbetering van de werkgelegenheid. Vooral de oprichting van de Maatschappij “De Veluwe” in 1895 moet hierbij vermeld worden. De oprichter, de heer F.A. Molijn, legde hiermee de grondslag voor de bekende Veluvine verffabrieken. In de loop van de twintigste eeuw vestigden zich steeds meer grotere en ook kleinere bedrijven in de gemeente. Dit had natuurlijk ook groei van de lokale middenstand als gevolg. Maar ook met haar moderne industrieterreinen en bedrijvigheid blijft in de dorpskernen Nunspeet, Elspeet, Hulshorst en Vierhouten het natuurschoon het beeld van de omgeving bepalen. Het toerisme is een grote bron van inkomsten. Tegelijkertijd weten we dat de woonkernen in de gemeente moeten uitbreiden om aan de stijgende woningbehoefte te kunnen voorzien. Het inwonersaantal van de gemeente is van bijna 1600 in 1832 geroeid naar ongeveer 26.000 inwoners.