Gedicht 'Stil' in Het Verscholen Dorp
Het gedicht Stil is van Ida Vos-Gudema (1931-2006), een Joods-Nederlandse schrijfster. Zij publiceerde in 1976 de bundel ‘Vijfendertig Tranen’. Daarover zegt zij: “Vijfendertig kinderen zaten in mijn klas. Vijfendertig joodse kinderen. Slechts vier van hem mochten volwassen worden. Een van die vier ben ik.” In de oorlog was zij ondergedoken. Na de oorlog werd Ida Vos kleuterleidster. In de zeventiger jaren werd zij enige tijd opgenomen wegens traumatische ervaringen tijdens de oorlog. Zij begon toen pas met het schrijven van gedichten, verhalen en kinderboeken. De titel van het gedicht past bij Het Verscholen Dorp of het Pas Opkamp. Walter Bartfeld woonde er als jongen van ongeveer twaalf jaar. Hij vertelt dat in het kamp heel zachtjes gepraat moest worden. Dat viel niet mee voor kinderen. Ze’ev Bar ofwel Walter Bartfeld heeft daarmee de keuze voor dit gedicht gemaakt, dat geplaatst is door de Stichting Muurgedichten Nunspeet. Het Prins Bernhard Cultuurfonds nam een deel van de kosten van vervaardiging en plaatsing voor zijn rekening. Het gedicht werd onthuld tijdens de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst van de Stichting Het Verscholen Dorp op 4 mei 2014. De onthulling werd gedaan door Ernie Bles-Bartfeld, de zuster van Ze’ev Bar (toen 85 jaar) en Sammy Botter (toen 15 jaar), een achterkleinzoon van Arend Samuel Meijers, die de ontdekking van het kamp niet overleefd heeft.