Mozes Jacobs
De Stolperstein aan de Zandhuisweg 84 in Hulshorst is op 7 juli 2013 gelegd als herdenkingsteken voor Mozes (Maurits) Jacobs, die sinds 26 juni 1941 op dit adres met zijn echtgenote Sara (Suus) Sluijs en de dochters Carla en Enny woonde. Hier werd ook op 17 januari 1942 de derde dochter Henriëtte (Jettie) geboren. Maurits Jacobs werd in Vierhouten gearresteerd. Op het Eibertjespad tussen Vierhouten en Nunspeet probeerde hij te ontsnappen, maar werd in zijn been geschoten. Zijn leven eindigde op 9 juli 1943 in Sobibor.
Maurits (officieel Mozes Simon) Jacobs werd op 26 november 1905 in Amsterdam geboren als zoon van Simon Jacobs en Kaatje Blitz. Hij was de tweede in een gezin met drie zoons en een dochter. Zijn vader en moeder zijn in 1942 omgekomen in Auschwitz. Zijn broer Philip onderging met vrouw en twee kinderen van 15 en 9 jaar het zelfde lot. Zijn jongere broer Jacob kwam met zijn vrouw en twee kinderen van 5 en 2 jaar in 1942 ook om het leven in Auschwitz. En ook zijn zuster Henriette en haar man (27 en 28 jaar) overleefden Auschwitz niet.
Olympisch sporter
Maurits Jacobs was leraar lichamelijke oefening. Behalve op een aantal scholen werkte hij ’s avonds voor verenigingen. Hij was een op en top sportman die in 1928 met het herenteam gymnastiek deelnam aan de Olympische Spelen in Amsterdam. Het Nederlandse team behaalde de achtste plaats. Jacobs scoorde veel individuele punten waardoor bij binnen het team als derde eindigde. Jacobs nam regelmatig deel aan internationale turntoernooien. Onder meer in Boedapest op 7 juni 1934 met een ‘reuzendraai’. Bij de Nederlands kampioenschappen turnen behaalde hij op 7 december 1930 een bronzen medaille.
Op 21 augustus 1929 trouwde Maurits Jacobs in Amsterdam met Sara Sluijs, geboren 7 januari 1905 in Amsterdam als dochter van David Sluijs en Anna Gans. Ze gingen in Amsterdam-Oost wonen. Daar werden de dochters Carla (29 december 1929) en Enny (21 oktober 1931) geboren. Ze woonden korte tijd in Koog aan de Zaan.
Naar Vierhouten
In 1939 kreeg Jacobs een baan als gymnastiekleraar in het kamp voor werkloze jongeren van de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) in Vierhouten. Het gezin verhuisde dan ook van Amsterdam naar Vierhouten. Het duurde niet zo lang want op de dag van zijn verjaardag (26 november 1940) kreeg Jakobs te horen dat joodse leraren door de bezetter waren ontslagen. Hij was inmiddels ook begonnen als leider bij de Gymnastiekvereniging Nunspeet. Maar ook voor die functie moest hij bedanken.
De familie Jacobs kon een huisje huren aan de Zandhuisweg 46 in Hulshorst. Daar werd op 17 januari 1942 de jongste dochter Henriette Simone ofwel Jettie geboren. Carla en Enny waren nog een poosje naar de school in Hulshorst geweest. Tot dat ook niet meer mocht. Op de foto hiernaast zie je het gezin Jacobs in Hulshorst met neefje Loekie (9 jaar, Auschwitz 05-11-1942). Op de andere foto hierboven is Maurits Jacobs de man in het midden, met lange leren jas.
Neergeschoten
Toen in 1943 de maatregelen tegen joden zich verscherpten ging Maurits Jacobs aan onderduiken denken en begon met de kinderen elders onder te brengen. Zo kwam Jettie in Vierhouten bij Tom en Jo van Manen. Op 1 april 1943 ging Maurits naar Vierhouten om nog wat kleertjes voor Jettie te brengen. De SS en de politie was daar om Tom te arresteren. Die zat in een verzetsorganisatie die verraden was. Aan Jacobs vroegen ze of hij jood was. Antwoord uiteraard nee. Maar dat wilde de politie wel even controleren bij de gemeente. Hij moest over het Eibertjespad naar Nunspeet fietsen met de politie achter zich.
Omdat hij wist dat het fout zou gaan, sprong hij van zijn fiets, gooide die voor die van de politie en vluchtte het bos in. De politie schoot en hij werd in de knie geraakt en had dus geen kans meer. In een ziekenhuis in Arnhem is de kogel uit zijn knie gehaald. Daarna ging hij naar het ziekenhuis in Groningen. Op 9 juni 1943 werd Maurits Jacobs overgebracht naar Westerbork. En overlijdensakte 36 in 1950 geeft uitsluitsel dat hij op 9 juli 1943 in Sobibor is omgebracht.
Sara Sluijs en de kinderen hebben de oorlog overleefd. Zowel Carla als Enny hebben hun onderduikervaringen op papier gezet. Enny is in 2008 overleden. Carla en Henriëtte hebben zich ingezet om een Stolperstein te realiseren in Hulshorst. En die is door Gunther Demnig gelegd.