Het Verscholen Dorp
Het Verscholen Dorp, ook wel genoemd het Geheime Dorp of het Pas Op kamp, was een schuilplaats voor onderduikers in de bossen in het zuiden van de gemeente Nunspeet, tussen het dorp en Vierhouten, in de Nederlandse provincie Gelderland. Het bevindt zich aan de Pas-Opweg. Het dorp werd in de Tweede Wereldoorlog tussen februari 1943 en oktober 1944 bewoond door onderduikers, waaronder vluchtelingen uit het doorgangskamp in Amersfoort, jonge mannen van de arbeidsinzet, joodse families en gestrande piloten. De bekendste bewoner was Godfried Bomans. Gemiddeld waren er per dag 80 tot 100 onderduikers te vinden. In vier bosvakken waren arbeidsketen, een houten huis, een barak, een blokhut van dennenstammen, hutten van Dempo-platen en strogedaakte houten huisjes gebouwd door een lokale aannemer, sommige voorzien van gasfornuis op butagas en waterpompen. Nu staan er nog drie nagebouwde hutten. Het kamp was een initiatief van de mr. Edouard Henri von Baumhauer uit Vierhouten, hij werd daarbij ondersteund door onder anderen het Nunspeter echtpaar Dionisius Dirk Bakker (“opa Bakker”) en zijn vrouw Cornelia Johanna Bakker-van Rheenen (“tante Cor”). Een gewonde Britse piloot had door een kogelwond zodanige koorts dat zijn leven in gevaar kwam. Via de zender werd aan Engeland gevraagd het in Nederland nog onbekende penicilline te laten droppen op het nabij gelegen Rummy III, waarmee de piloot kon worden behandeld. Eind oktober 1944 werd het dorp ontdekt door twee SS’ers of twee Landstormers die aan het jagen waren. Acht van de 86 werden gevangengenomen en op een later tijdstip gefusilleerd, zes personen werden aan de Tongerenseweg gefusilleerd en twee onderaan de heuvel bij kamphuis de Paasheuvel. De rest wist te ontkomen.
Plattegrond Pas Op kamp
Een verhaal…
Vader vertelt dat hij op de Grebbeberg moest vechten, hoe hij zijn collega-soldaten zag sneuvelen in de loopgraven. En dat hij thuis om de haverklap moest onderduiken in het bos, in het hondenhok of in een roggeveld bij de zoveelste razzia. Moeder herinnert zich dat er in de Soerelse bossen op de Veluwe een geheimzinnig dorp voor onderduikers bestond. Na de oorlog noemde men deze locatie het Jodendorp. In Nederland waren wel meer van deze concentraties voor onderduikers, maar het Pas Op kamp in de Soerelse bossen sprong er qua grootte toch bovenuit. Vader en moeder weten ook dat dit kamp voor velen een veilige schuilplaats was en dat het illegale dorp eind oktober 1944 bij toeval werd ontdekt. De meeste onderduikers wisten te ontkomen. Tja, dat verhaal van die twee joodse vrouwen zullen ze niet gemakkelijk vergeten. Het was op een maandagavond, het regende. Opeens stonden ze voor het nog niet verduisterde keukenraam. Hun kletsnatte haren hingen voor hun bleke gezichten. Ze waren gevlucht uit het Pas Op kamp, dat door Landstormers was ontdekt. Zelfs in een gedeeltelijk ondergrondse hut bleken ze niet meer veilig te zijn. In doodsangst smeekten ze om hulp. Die kregen ze. Dankzij velen konden zij de dans ontspringen. Helaas werd ook aan aantal onderduikers op brute wijze vermoord!
Bron: Het Verscholen Dorp
Afbeeldingen hierboven: Mannen in Het Verscholen Dorp; in pak zoals toen gewoon was
Luister deze prachtige muzikale tour