Een vluchtelingenkamp in Nunspeet
Tijdens het begin van WOI kwamen bijna 1 miljoen uitgeputte vluchtelingen vanuit België Nederland binnen, op de vlucht voor Duitse troepen. Eind 1914 startte de bouw van dit vluchtelingenkamp in Nunspeet. Na een eerste ontvangst in legerplaats Oldebroek werden zij verder verspreid naar o.a. Nunspeet waar zij op het treinstation arriveerden. Er werden 70 barakken gebouwd, waarin maar liefst 13.000 mensen opvang moesten krijgen. Uiteindelijk verbleven 6529 mensen in het kamp van Nunspeet. In het dorp waren onder meer slaapbarakken, scholen, een katholieke kerk, een theater en een winkel. Sommige barakken kregen bijzondere namen. Zo was de barak ‘Congo’ voor gestraften en werd de ‘Jan Steen’ barak gereserveerd voor ‘publieke vrouwen’. Het kamp beschikte over een eigen elektriciteitscentrale en waterleiding en vlak buiten het kamp was een ziekenhuis ingericht. Ook konden de bewoners tuinieren en groente verbouwen in de tuintjes.
Toch was de gezondheidssituatie niet al te best, waardoor te veel bewoners, waaronder vele kinderen door een epidemie omkwamen. Stafleden woonden in de Klokkenberg. In 1919 is het kamp van Nunspeet afgebroken. Op de oude begraafplaats van Nunspeet staat een Belgenmonument en zie je talrijke anonieme kindergraven. Op de locatie van het voormalige kamp is nu een woonwijk gebouwd. In de volksmond wordt deze plek nog steeds Belgenkamp genoemd. De straatnamen verwijzen naar leden van het Belgisch koningshuis. Op de hoek van de Leopoldlaan en de Fabiolalaan staat een informatiebord met een plattegrond van het voormalige terrein van het Belgenkamp. Een voorbeeld van een originele barak is te zien aan de Allee in Staverden; Ontspanningszaal Staverden. Wil je al deze plekken bezoeken? Fiets dan de Vluchtoord Route! Je komt dan onderweg langs 7 paaltjes met QR-codes, die je kunt scannen om de verhalen uit het verleden te lezen.